Afgelopen jaar is er een initiatiefwetsvoorstel ingediend om in het waterschapsbestuur de geborgde zetels af te schaffen. Het waterschapsbestuur (vergelijkbaar met de gemeenteraad) bestaat uit zetels voor ingezetenen (hier stemmen we elke vier jaar voor), bedrijven, natuurterreinen en agrariërs. De drie laatstgenoemden hebben een gereserveerde of ‘geborgde zetel’ in het bestuur waarvoor mensen worden benoemd door belangenorganisaties. De initiatiefnemers van het wetsvoorstel vinden dat ondemocratisch en willen daarom af van dit systeem. Hier zou echter genuanceerder en meer integraal naar gekeken moeten worden.
De hoofdtaken van het waterschap zijn zorgen voor droge voeten en peilbeheer enerzijds en de zuivering van afvalwater anderzijds. Zoals de initiatiefnemers aangeven komen er steeds meer taken bij, zoals het stimuleren van biodiversiteit, het beheren van zwemwater, het stimuleren van duurzaamheid en het adviseren over de ruimte voor water richting gemeenten. De huidige wettelijke taken zijn eigenlijk te smal voor wat het waterschap allemaal zou moeten en kunnen doen; zeker nu de effecten van klimaatverandering meer en meer voelbaar worden. Gezien deze ontwikkelingen moet het bestuur van het waterschap volgens de initiatiefnemers alleen bestaan uit partijen waarvan de leden door vrije verkiezingen worden verkozen. Er is geen plaats meer voor de geborgde leden die indirect worden verkozen door belangengroeperingen.
Het is zeker goed om de huidige samenstelling van het bestuur tegen het licht te houden, maar het zonder meer afschaffen van de geborgde leden is te kort door de bocht. De geborgde leden maken een (te) groot deel uit van het algemeen bestuur in de waterschappen. Bovendien is het onnodig dat – zoals wettelijk is voorgeschreven - er altijd iemand van de geborgde zetels in het dagelijks bestuur zit (zeg maar wethouder mag zijn). De discussie over de geborgde zetels kan echter niet los worden gezien van het feit dat de maatschappelijk betekenis van het waterschap in de laatste decennia is toegenomen. Het enkel afschaffen van de geborgde zetels maakt niet dat de positie van het waterschap beter tot zijn recht komt en een meer democratisch karakter zal krijgen. Daarvoor zou je ook het belastingstelsel, de bevoegdheden en het takenpakket van het waterschap moeten moderniseren.
In de discussie rond de geborgde zetels speelt nog een ander aspect. Het grote succes van het waterschap is dat het alleen bezig is met watertaken en daarvoor ook eigen geld heeft. We hebben allemaal belang bij droge voeten, en daarbij is het goed als in het bestuur sommige geluiden 'geborgd' zijn. Agrariërs vormen bijvoorbeeld een erg kleine groep, terwijl als het gaat om peil en waterberging er voor hen stevige belangen spelen. Ook beheerders van natuurterreinen helpen mee in het realiseren van het bergen van water of juist het vasthouden van water. De waterschapsbelasting werkt zo dat de kosten worden verdeeld over deze categorieën en ook elk van deze categorieën een eigen tarief heeft als het gaat om de kosten voor het watersysteem. Het lijkt ons logisch dat - bij het afschaffen van geborgde zetels – naar deze zaken wordt gekeken.
Tot slot brengen de 'geborgde' belangengroeperingen kennis en expertise mee als het gaat om de watertaken. Daarnaast wordt de inspraak en participatie van deze belangengroepen zeker gesteld. In het kader van de komende Omgevingswet een niet onbelangrijk gegeven. Agrariërs en natuurterreinbeheerders spelen bijvoorbeeld een heel belangrijke rol bij waterberging en het behalen van natuur- en milieudoelen.
Het zou goed zijn als de initiatiefnemers zich verdiepen in die context van het waterschapsbestuur. Het huidige voorstel is te kort door de bocht doordat slechts één aspect wordt belicht. Door een meer integrale benadering te kiezen, wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de modernisering van het waterschapsbestuur. En dat is iets waar alle betrokkenen baat bij hebben.